zondag 23 juni 2013

Concert Bruce Springsteen & The E-Street Band Goffertpark zaterdag 22 Juni 2013


Opgewekte Bruce Springsteen trotseert de regen

Bron: nu.nl 
Zon of regen, Bruce Springsteen weet van ieder concert een onvergetelijke ervaring te maken. Zo ook in het Goffertpark, waar The Boss na ruim drie uur doorweekt van de regen op het podium staat.Fans van Springsteen krijgen altijd waar voor hun geld, want de rockster uit New Jersey staat in de regel enkele uren op het podium om een dwarsdoorsnede van zijn repertoire te vertolken. In het Goffertpark te Nijmegen geeft Springsteen het grootste soloconcert in Nederland dit jaar.

Waar hij met The E Street Band in de regel begint met het opgewekte Badlands, betreedt The Boss ditmaal in zijn eentje het podium, enkel gewapend met gitaar en mondharmonica. Er volgt een intieme uitvoering van The Ghost Of Tom Joad, niet bepaald de grootste meezinger uit zijn songcatalogus.

Dat wil zeggen dat Springsteen iets bijzonders in petto heeft en het niet erg vindt om voor zijn Nederlandse fans een aantal bijzondere nummers van stal te halen. Deze liedjes worden veelal in de vorm van verzoekjes op kartonnen bordjes bij de zanger aangevraagd.





Zo zet Springsteen zijn E Street Band een paar keer voor het blok door verzoekjes in te willigen die de groep al lange tijd niet meer gespeeld heeft. In Nijmegen passeren relatief obscure liedjes als My Love Will Not Let You Down, So Young And In Love en Sherry Darling van het album The River.


Van dat dubbelalbum uit 1980 speelt Springsteen ook het beroemde titelnummer, in een prachtige ingetogen uitvoering, terwijl het eerste gedeelte van de show opgevuld wordt met een paar recente nummers van zijn album Wrecking Ball alsmede oudjes als Growing Up en Downbound Train.



Tijdens de huidige tournee speelt Springsteen iedere avond een van zijn klassieke albums integraal. De Nederlandse fans worden verrast met de liedjes van de plaat Darkness On The Edge Of Town uit 1978, waarvan openingsnummer Badlands in het begin al gemist werd door de kenners.
Er volgen gespierde versies van Adam Raised A Cane en Candy’s Room, dankzij Steven Van Zandts puntige gitaarwerk en de donderslagen van Max Weinberg. Het veld komt tot bezinning bij Racing In The Street, al krijgt Springsteen zijn fans net zo snel weer aan het dansen met Promised Land en Factory.



Na Darkness On The Edge Of Town voltooid te hebben, volgt eerst een rijtje recenter materiaal. The Boss is ondanks het regenachtige weer enorm in zijn nopjes en dat komt bijzonder duidelijk tot uiting bij de dixielandversie van de folksong Pay Me My Money Down, het meest vrolijke liedje van dit concert.
Springsteens fenomenale achtergrondkoortje en de blazers uit The E Street Band komen hierin prominent aan bod en de mooie Cindy Mizelle heeft een belangrijk aandeel in de moderne gospelsong Shackled And Drawn. Meezinger Waitin' On A Sunny Day is meer dan ooit een smeekbede.



Want hoewel er gedurende het grootste gedeelte van de show slechts sprake is van motregen, wordt de neerslag heviger naarmate Springsteen zijn meest fameuze werk laat horen. Na meezingers Thunder Road, Born In The U.S.A., Born To Run en Bobby Jean, volgt een dikke plensbui.
Bruce Springsteen laat zijn concert echter niet verregenen en het publiek wordt als maar enthousiaster. Hij prijst zijn fans en bij Tenth Avenue Freeze-Out staat hij zelf doorweekt op de bühne. De zanger daagt de weergoden uit en na ruim drie uur zegt The Boss met een grimas op zijn gelaat zijn fans gedag.

De Setlist van deze avond (3 uur en 20 minuten en 34 nummers):
    1. The Ghost of Tom Joad (Solo acoustic)
    2. Land of Hope and Dreams
    3. My Love Will Not Let You Down
    4. Sherry Darling (Sign Request)
    5. Growin' Up (Sign Request)
    6. Downbound Train (Sign Request)
    7. Wrecking Ball
    8. Death to My Hometown
    9. So Young and in Love (Sign Request)
    10. The River
       
      Integraal: Darkness on the Edge of Town
       
    11. Badlands
    12. Adam Raised a Cain
    13. Something in the Night
    14. Candy's Room
    15. Racing in the Street
    16. The Promised Land
    17. Factory
    18. Streets of Fire
    19. Prove It All Night
    20. Darkness on the Edge of Town
    21. Pay Me My Money Down
    22. Shackled and Drawn
    23. Waitin' on a Sunny Day
    24. Raise Your Hand (Eddie Floyd cover)
    25. Lonesome Day
    26. The Rising
    27. Thunder Road
       
      Encore:
    28. Born in the U.S.A.
    29. Born to Run
    30. Bobby Jean
    31. Dancing in the Dark
    32. Tenth Avenue Freeze-Out
    33. Twist and Shout (The Top Notes cover) (with 'La Bamba' intermezzo)
    34. Shout (The Isley Brothers cover)

zondag 2 juni 2013

cd Vampire Weekend - Modern Vampires Of The City

Vampire Weekend - Modern Vampires Of The City 
 Bron: Krenten uit de Pop donderdag 30 Mei 2013

Modern Vampires Of The City van Vampire Weekend is inmiddels al een week of twee uit, maar ook dit is zo’n plaat die je maar beter even op je in kunt laten werken voordat je er een oordeel over velt. Zonder een moment van bezinning zou het fantastische titelloze debuut van de band uit 2008 immers zomaar kunnen zijn beschreven als een plaat die schaamteloos voortborduurt op de muziek van onder andere Talking Heads, XTC en Paul Simon’s Graceland, terwijl opvolger Contra uit 2010 makkelijk het predicaat "over the top" of het etiket "mislukt" opgeplakt had kunnen krijgen. De vorige twee platen van Vampire Weekend bleken echter platen die hun geheimen slechts mondjesmaat prijs geven. Het debuut bleek uiteindelijk een geniale plaat die de genoemde invloeden uit het verleden prachtig combineerde met de eigentijdse muziek uit het New York van 2008, terwijl Contra een geen platte legpuzzel met teveel stukjes, maar een fascinerende, uit vele lagen bestaande, 3D-puzzel bleek te zijn, waarin uiteindelijk alles precies paste. Ook Modern Vampires Of The City is een plaat die je niet in één keer volledig kunt bevatten. Na eerste beluistering is de meest waarschijnlijke conclusie dat Vampire Weekend op Modern Vampires Of The City voortborduurt op zijn twee voorgangers, maar wel een wat meer ingetogen geluid laat horen. Hiermee vertel je echter niet het volledige verhaal. Modern Vampires Of The City is inderdaad wat minder uitbundig dan de vorige twee platen van de band uit New York, maar schijn bedriegt. De nieuwe plaat van Vampire Weekend bestaat uit vele lagen en zet je zo vaak op het verkeerde been dat je uiteindelijk omvalt van verbazing. De invloeden die we van de band kennen zijn nog op de achtergrond aanwezig, maar hebben inmiddels gezelschap gekregen van de meest uiteenlopende andere invloeden. Modern Vampires Of The City laat zich beluisteren als een herhaalde willekeurige greep uit een zeer  goed gevulkde platenkast. Bij eerste beluistering kon ik misschien al wel 25 invloeden uit de geschiedenis van de popmuziek benoemen, maar inmiddels is het een veelvoud hiervan. Vampire Weekend was altijd al een meester in het verwerken van de meest uiteenlopende invloeden, maar op Modern Vampires Of The City gaat de band nog een stapje verder. Alle invloeden zijn op unieke wijze geïntegreerd in een uniek geluid dat slechts het noemen van één naam rechtvaardigt: Vampire Weekend. Persoonlijk word ik op Modern Vampires Of The City vooral gegrepen door de fraaie zang (die nog steeds aan Paul Simon doet denken), de bijzondere gitaarloopjes, de hemelse koortjes, de loodzware bassen en de bijzonder effectief ingezette strijkers, maar ook de liefhebbers van bijzondere ritmes en uitbarstingen van lichte gekte zijn bij de derde plaat van Vampire Weekend aan het juiste adres. De boeiende rode draad, een eerbetoon aan de stad New York, en de hoge kwaliteit van alle songs op de plaat, maken het feestje compleet. Net als stadgenoot The National heeft Vampire Weekend een plaat gemaakt die in twee weken tijd een indrukwekkende ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar voor beide platen geldt dat het einde van de groei nog lang niet in zicht is. Kiezen tussen de beide platen is bijna onmogelijk, maar gelukkig hoef ik helemaal niet te kiezen. Vampire Weekend heeft haar beste plaat tot dusver uitgebracht. Dat is een grootse prestatie. Erwin Zijleman

 

 

cd The National - Trouble Will Find Me

The National - Trouble Will Find Me 


Bron: Krenten uit de Pop Woensdag 29 Mei 2013

Je hebt van die platen waar je na één keer horen al van alles over op wilt schrijven, maar er zijn ook van die platen die eerst moeten rijpen voor je er een oordeel over kunt vellen. Trouble Will Find Me van The National behoort absoluut tot de laatste categorie. De band leverde met The National (2001), Sad Songs For Dirty Lovers (2003) en Alligator (2005) drie geweldige platen af, maar maakte met Boxer (2007) één van de beste platen van het eerste decennium van de 21e eeuw. Met High Violet leverde de band uit Brooklyn, New York, vervolgens één van de beste platen van het lopende decennium af. Trouble Will Find Me kan na twee zulke goede platen eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar ook de zesde plaat van The National valt weer niet tegen. Trouble Will Find Me is een overrompelende plaat die je eigenlijk direct bij eerste beluistering al weet in te pakken, maar de plaat wordt vervolgens nog veel beter. Trouble Will Find Me is, zeker voor The National begrippen, een behoorlijk ingetogen plaat. De uitbarstingen van de vorige platen schitteren op de nieuwe plaat van de band door afwezigheid. The National maakt op haar zesde plaat vooral stemmige muziek die net wat toegankelijker is dan we van de band gewend zijn. Dat betekent echter zeker niet dat The National kiest voor het grote geld. Trouble Will Find Me is een lekker in het gehoor liggende plaat, maar The National is nog lang geen Coldplay, om maar eens een naam te noemen. Zeker wanneer je de plaat wat vaker hoort, merk je dat de songs van The National nog altijd verre van alledaags zijn en stuk voor stuk knap in elkaar steken. Trouble Will Find Me is door de stemmige klanken en de voor de band beperkte hoeveelheid dynamiek een plaat die makkelijk betovert, maar de echte impact komt pas veel later. Bijvoorbeeld wanneer je de prachtige gitaar- en keyboard partijen hebt ontrafelt, wanneer je mee zweeft met de door melancholie getekende strijkers of de aardedonkere baslijnen of wanneer je echt bent gegrepen door de diepzwarte maar wonderschone teksten van voorman Matt Berninger, die alleen maar beter is gaan zingen op deze plaat. Het blijft lastig om de muziek van The National te vergelijken met die van andere bands. In een aantal tracks hoor je duidelijk raakvlakken met de muziek van Echo & The Bunnymen en Joy Division, maar Trouble Will Find Me raakt minstens net zo vaak aan bands als American Music Club, Wilco of aan alles tussen The Arcade Fire en The Smiths. Het geeft al aan dat het noemen van namen betrekkelijk zinloos is en dat geldt voor Trouble Will Find Me nog sterker dan voor de voorgangers van de plaat. Ook met deze voorgangers moet je de zesde plaat van The National niet vergelijken, want Trouble Will Find Me is toch weer flink anders dan High Violet en zijn voorgangers. Het is een plaat om je lang mee op te sluiten. Net zo lang tot je weet dat The National wederom een plaat heeft gemaakt die behoort tot het beste dat de popmuziek van de jaren 00 te bieden heeft. Er is al verschrikkelijk veel geschreven over Trouble Will Find Me, maar met woorden doe je de unieke muziek van The National nauwelijks recht. Grootse plaat van de meest interessante band van het moment. En hij wordt nog steeds mooier. Iedere keer weer. Erwin Zijleman



cd Laura Marling - Once I Was An Eagle

Laura Marling - Once I Was An Eagle 




Bron: Krenten uit de Pop Maandag 27 Mei 2013

Laura Marling is pas 23, maar ze heeft toch al drie bescheiden meesterwerken op haar naam staan. Alas I Cannot Swim uit 2008, I Speak Because I Can uit 2010 en A Creature I Don't Know uit 2011 krijgen nu gezelschap van Once I Was An Eagle. Direct bij eerste beluistering was ik volkomen stuk van de vierde van Laura Marling en inmiddels is de plaat tot angstige hoogten gestegen. Het einde van de groei is nog lang niet in zicht. Op haar debuut leek Laura Marling nog uit te kunnen groeien tot een folkzangeres voor een heel breed publiek, maar op Once I Was An Eagle is hier weinig van over. De vierde van Laura Marling is een lastig te doorgronden plaat waarop Laura Marling geen compromissen sluit. Na enkele mislukte relaties heeft Laura Marling haar vaderland de rug toe gekeerd. Ze zoekt haar geluk nu in Los Angeles, maar afgaande op Once I Was An Eagle is dat nog niet erg gelukt. Op haar vierde plaat maakt Laura Marling donkere muziek die nauwelijks houvast biedt. Akoestische gitaar en de stem van Laura Marling domineren en van songs die zich houden aan de conventies van de toegankelijke popsong is nauwelijks sprake. Once I Was An Eagle doet wel wat denken aan de platen die Joni Mitchell in een heel ver verleden in hetzelfde Los Angeles maakte, maar de overeenkomsten moeten niet overdreven worden. De donkere folksongs op de vierde plaat van Laura Marling grijpen in muzikaal opzicht immers veel vaker terug op de muziek uit haar vaderland dan op de muziek uit de stad waarin ze zich nu heeft gevestigd. Once I Was An Eagle staat bol van de invloeden uit de 60s en 70s psychedelica, heeft goed geluisterd naar de grote Britse folkrockbands uit deze periode en is ook zeker geïnspireerd door de weemoedige platen van Nick Drake. De plaat bevat maar liefst 16 tracks en duurt ruim een uur. Die 16 tracks zijn overigens maar moeilijk te onderscheiden. De songs zijn zo ver verwijderd van het toegankelijke folkliedje dat ik beluistering van de vierde track in eerste instantie dacht dat de eerste track nog bezig was. Veel songs hebben ingetogen passages waarin akoestische gitaar en de expressieve stem van Laura Marling domineren, maar dit kan zomaar ontsporen. Hier en daar is de percussie behoorlijk uitbundig en hetzelfde geldt voor de gitaren, strijkers en vooral de hier en daar opduikende instrumenten uit India die het psychedelische karakter van de plaat versterken. Laura Marling verdient alle respect voor haar lef om een plaat als Once I Was An Eagle te maken, maar het blijkt al snel niet alleen een lastige maar ook een zwaar verslavende plaat. Laura Marling had al drie uitstekende platen op haar naam staan, maar de vierde is nog vele klassen beter. Ik heb de plaat inmiddels talloze keren gehoord maar het gevoel van euforie blijft. Laura Marling heeft een plaat gemaakt die zich niet laat vergelijken met een andere recent verschenen plaat. Ze doet precies wat ze zelf wil en doet dit op zo knappe en bijzondere wijze dat diepe bewondering op zijn plaats is. Once I Was An Eagle is, zoals inmiddels een aantal malen gezegd, geen hele makkelijke plaat, maar als hij eenmaal onder de huid kruipt krijg je hem er echt nooit meer onder vandaan. Met afstand de beste plaat van het moment en dat zal nog wel even zo blijven. Erwin Zijleman