zondag 10 augustus 2014

September live in Nederland: Dave McGraw & Mandy Fer

In September live te zien in o.a Nederland: Dave McCraw & Mandy Fer.
 

 




cd Beck - Morning Phase

Beck - Morning Phase 

Bron: Krenten uit de Pop Dinsdag 25 februari 2014

Volgende maand vieren we de twintigste verjaardag van Mellow Gold; het debuut van de Amerikaanse muzikant Beck. Mellow Gold liet twintig jaar geleden een fascinerende mix van stijlen horen, die terecht werd omarmd door een breed publiek en de critici. Wonderkind Beck combineerde op zijn bewierookte debuut folk en country met rock en psychedelica, maar sloeg ook een brug richting hip-hop en rap; destijds een nagenoeg onbetreden pad. Mellow Gold was al weer twintig jaar geleden een buitengewoon fascinerende en innovatieve lappendeken, maar blijkt bij hernieuwde beluistering maar weinig van zijn magie en kracht verloren. Beck zou in 1994 nog twee platen uitbrengen, maar het echte meesterwerk kwam in 1996 met Odelay; een plaat die nog een stuk veelzijdiger was dan het al zo veelkleurige debuut. De afgelopen jaren was Beck helaas een stuk minder productief als muzikant, zeker wanneer we zijn als bladmuziek uitgebrachte werk niet meerekenen, maar liet zich wel gelden als producer (onder andere voor Charlotte Gainsbourg). Met Morning Phase komt gelukkig een einde aan een stilte die zo’n 8 jaar heeft geduurd. Waar Beck op zijn vorige twee platen (Modern Guilt uit 2008 en vooral Guero uit 2005) vooral teruggreep op het geluid van Odelay, ligt Morning Phase nadrukkelijk in het verlengde van Sea Change uit 2002. Dat vind ik persoonlijk een pré, want Sea Change is zonder twijfel mijn favoriete Beck plaat tot dusver. Sea Change was 12 jaar geleden een uiterst ingetogen break-up plaat die herinneringen opriep aan enkele klassieke singer-songwriter platen uit het verre verleden, waaronder zeker een aantal platen van Nick Drake. Ook Morning Phase is een behoorlijk ingetogen plaat met een wat licht melancholische ondertoon, maar het is zeker geen kopie van Sea Change. Waar Beck op Sea Change muziek maakte vol donkere wolken, laat Morning Phase ook regelmatig de zon zien, wat beluistering van de plaat een stuk minder zwaar maakt. Waar Sea Change vooral een plaat voor de donkere avonden was, is Morning Phase er een voor de vroege ochtend (Beck zal de titel niet voor niets hebben gekozen). Het is net als Sea Change een plaat die zich nadrukkelijk laat inspireren door klassieke singer-songwriter platen van weleer. Waar op Sea Change de sombere overpeinzingen van Nick Drake domineerden, hebben deze op Morning Phase gezelschap gekregen van het veelkleurige palet van de platen van Syd Barrett, maar als Beck de folk tijdelijk verruild voor meer invloeden uit de country, zijn ook Neil Young en met name Gram Parsons niet heel ver weg. Op basis van het bovenstaande zou je kunnen concluderen dat Beck een plaat vol tijdloze retro heeft afgeleverd, maar Beck blijft gelukkig Beck. Morning Phase lijkt op het eerste gehoor een wat traditioneel aandoende folkplaat, maar het is ook een typische Beck plat geworden. Het stempel van de muzikant uit Los Angeles is dit keer misschien wat minder duidelijk en eigengereid, maar het is er echt. Wat verder opvalt zijn de prachtige productie, de stemmige instrumentatie en de fraaie arrangementen (Beck’s uitstapjes naar de mengtafel hebben zeker hun effect gehad), die Morning Phase nog net wat aangenamer en zonniger maken. Morning Phase lijkt, zeker voor Beck, een redelijk veilige en eenvoudige plaat, maar probeer hem maar eens te maken. Dat zal de meeste singer-songwriters niet lukken. Zelf schaar ik de plaat inmiddels onder mijn favoriete Beck platen aller tijden en misschien vind ik het zelfs wel de mooiste van het stel. Dat moet genoeg zeggen over de kwaliteit van Morning Phase. Erwin Zijleman


cd Damien Jurado - Brothers & Sisters Of The Eternal Son

 Damien Jurado - Brothers & Sisters Of The Eternal Son



Bron: Krenten uit de Pop  Donderdag 23 Januari 2014

De Amerikaanse muzikant Damien Jurado ontdekte ik in 2000, toen zijn vierde plaat Ghost Of David verscheen. Ghost Of David was voor mij liefde op het eerste gehoor, maar sindsdien heeft Damien Jurado het me niet altijd even makkelijk gemaakt. 14 jaar na Ghost Of David heeft Damien Jurado, die in 1997 debuteerde, een fors maar grillig oeuvre op zijn naam staan. Bij iedere nieuwe plaat van de man weet je dat het een prachtplaat kan zijn, maar Damien Jurado slaat net zo makkelijk de plank mis. Na het prachtige Maraqopa uit 2012, misschien wel zijn beste plaat sinds Ghost Of David, duikt de singer-songwriter uit Seattle nu op met Brothers & Sisters Of The Eternal Son. De nieuwe plaat van Damien Jurado werd net als zijn zwaar bewierookte voorganger opgenomen met producer Richard Swift, maar is toch weer een hele andere plaat geworden. Waar invloeden uit de 70s psychedelica op Maraqopa nog redelijk subtiel aanwezig waren, bepalen deze invloeden uit Brothers & Sisters of the Eternal Son het geluid. De nieuwe plaat van Damien Jurado bevat een aantal tracks die zo kunnen worden toegevoegd aan het oeuvre van The Flaming Lips, maar Damien Jurado klinkt op Brothers & Sisters Of The Eternal Son ook als Pink Floyd, als Crosby, Stills & Nash, als The Beach Boys en als Fleet Foxes. Wanneer zoveel namen opduiken bij beluistering van een plaat (in Jericho Road hoor ik zelfs Deep Purple) is vergelijken eigenlijk zinloos en kun je maar het beste concluderen dat de muzikant vooral klinkt als zichzelf. Ook dat snijdt hout in het geval van Brothers & Sisters Of The Eternal Son, want de nieuwe plaat van Damien Jurado grijpt ook meerdere malen terug op het eigen oeuvre van de Amerikaan. Dat Damien Jurado op zijn nieuwe plaat ook totaal anders klinkt dan voorheen, is vooral de verdienste van Richard Swift, die al zijn productionele vaardigheden uit de kast heeft gehaald en flink uitpakt. Deze volle productie zal de liefhebber van de meer ingetogen muziek van Damien Jurado waarschijnlijk wel een aantal keer tegen het hoofd stoten, maar de liefhebber van knap geproduceerde platen vol invloeden, voelt zich bij beluistering van Brothers & Sisters Of The Eternal Son als een kind in een snoepwinkel. In de meeste tracks domineren de invloeden uit de 60s en 70s psychedelica. Doe je ogen dicht en je waant je op Woodstock, zeker wanneer Jurado kiest voor repeterende thema’s, funky bassen, handgeklap, trommeltjes en prachtige koortjes. En net als je denkt dat Damien Jurado op Brothers & Sisters Of The Eternal Son geen gas terug gaat nemen, volgen aan het einde van de plaat een aantal meer ingetogen tracks, die je mee terug nemen naar de man’s oudere werk. Tien tracks lang zorgt Damien Jurado voor een fascinerende muzikale tijdreis, met vooral stops in en rond de 'summer of love'. Een ieder die hierna nog meer wil kiest voor de luxe-versie met bonus-disc. Hierop pakt Damien Jurado het nog wat heftiger aan en sleept hij er een compleet vrouwenkoor bij. Ook deze bonus-disc is overigens prachtig. Na zoveel goede platen op rij durf ik wel alvast te voorspellen dat ook de volgende van Damien Jurado weer een hele mooie zal zijn, maar welke kant het op gaat? Ik heb echt geen flauw idee. Erwin Zijleman









cd - Birds Of Chicago - Live from Space

Birds of Chicago - Live from Space

Bron: Krenten uit de Pop Zaterdag 01 Februari 2014

Birds Of Chicago debuteerde precies twee jaar geleden met een titelloze plaat die ik uiteindelijk omschreef als 'de perfecte zondagochtendplaat die zich al snel op alle dagen van de week opdringt'. Het duo bestaande uit Allison Russell (Po’ Girl) en JT Nero (JT & The Clouds) maakte indruk met een rootsplaat die vrijwel het gehele palet van dit genre bestreek en die hiernaast opviel door gloedvolle vocalen en een enorme hoeveelheid plezier, die ook nog eens eenvoudig over sloeg op de luisteraar. Ondanks het bijzondere fraaie debuut en de vele (toch vooral) aangename zondagochtenden met Birds Of Chicago, was ik het tweetal eerlijk gezegd al weer vergeten, tot de nieuwe plaat van Bird Of Chicago opdook op de nummer 1 positie van de Euro-Americana Chart (http://euroamericanachart.eu/) van januari. De nieuwe plaat van Allison Russell en JT Nero blijkt een live-plaat. Dat is een opvallende keuze na het uitbrengen van slechts één studioplaat en ik moet eerlijk toegeven dat ik het op voorhand ook een teleurstellende keuze vond. Live From Space blijkt echter zo’n zeldzame live-plaat die iets toevoegt aan het geluid van een band en hierdoor meerwaarde heeft in het oeuvre van deze band, hoe klein dat oeuvre ook is. Allison Russell en JT Nero hebben zich er ook niet heel makkelijk van af gemaakt. Live From Space bevat 17 tracks, waarvan er slechts vier overlappen met het debuut van het tweetal. Live From Space bevat hiernaast gloednieuwe tracks en tracks uit het repertoire van de andere bands van Allison Russell en JT Nero. Het studio debuut van Birds Of Chicago viel al op door het enorme plezier waarmee werd gemusiceerd, maar bij beluistering van Live From Space spat het plezier er af. Allison Russell, JT Nero en hun medemuzikanten hadden er overduidelijk zin in op deze zomeravond in Chicago en staken ook nog eens in een grootse vorm. Birds Of Chicago laat zich nog altijd niet makkelijk in een hokje duwen. De muziek van de band verkent nog altijd alle uithoeken van de Amerikaanse rootsmuziek en gaat net zo makkelijk aan de haal met invloeden uit de ingetogen folk als invloeden uit de dampende soul, terwijl de Amerikaanse landsgrenzen ook worden overschreden voor flirts met Caribische invloeden. Het debuut van het tweetal imponeerde al in vocaal opzicht, maar op Live From Space gaan alle vocale remmen los. Dat betekent dat er met heel veel power wordt gezongen en daar ben ik niet altijd gek op, maar de stemmen van Allison Russell en JT Nero zijn prachtig en weten elkaar ook nog eens fraai te versterken. De bijzonder competent spelende band doet de rest. Live From Space is uiteindelijk een plaat die de kracht van Birds Of Chicago niet alleen bevestigt maar ook versterkt. Dat doet zeer uitzien naar de volgende studioplaat van Allison Russell en JT Nero, maar ook deze live-plaat zal de komende tijd uitstekende zaken doen in de cd-speler. Ik was in eerste instantie vooral verbaasd dat mijn collega’s van de Euro-Americana Chart een live-plaat bovenaan de ranglijst hadden verkozen, maar inmiddels begrijp ik het volledig en voeg ik mijn stem graag toe. Heerlijke plaat. Punt. Erwin Zijleman


cd Noah Gundersen - Ledges


 Noah Gundersen - Ledges
Bron: Krenten uit de Pop Zaterdag 15 Maart 2014
Op zaterdag reserveer ik deze BLOG over het algemeen voor rootsplaten die in eigen beheer zijn uitgegeven en nog niet heel veel aandacht hebben weten te trekken. Noah Gundersen heeft een platencontract en heeft met Ledges tot dusver al redelijk wat aandacht gekregen; met name in Engeland waar de critici driftig met superlatieven strooiden voor een muzikant die volgens deze critici zomaar in de voetsporen van Ryan Adams zou kunnen treden. In Nederland is het tot dusver relatief stil rond Ledges en dat is zonde. Ledges is immers een fantastische plaat, die inderdaad wel wat doet denken aan de inmiddels al bijna vergeten Ryan Adams. Ledges is niet het debuut van Noah Gundersen. De muzikant uit Olympia, Washington, bracht in 2008 in eigen beheer al een plaat uit en heeft ook een live-plaat en een aantal EP’s op zijn naam staan. Ze zijn lang niet zo goed als zijn officiële debuut Ledges, dat direct vanaf de eerste noten indruk maakt en hier pas mee stopt wanneer de laatste noten van de laatste track al een tijdje zijn weggeëbd. Gundersen legt de lat direct hoog en opent met een deels a capella en een deels sober ingekleurde track, waarin hij samen met zus Abby verrast met doorleefde vocalen en een rootsgeluid dat is verrijkt met gospel. Invloeden uit de gospel hoor je vaker terug op Ledges. Noah Gundersen is afkomstig uit een zeer religieus gezin, waarin gospel lang de enige toegestane muziek was. Dat heeft zijn sporen nagelaten en geeft de Gundersen uiteindelijk een bijzonder eigen geluid. Na de eerste paar coupletten ben je verkocht en is het duidelijk dat Noah Gundersen met Ledges een hele bijzondere plaat heeft gemaakt. Het is een plaat die zich vooral laat beïnvloeden door Amerikaanse singer-songwriter muziek uit vervlogen tijden. Noah Gundersen slaagt er hierbij in om meerdere invloeden te combineren. Deze variëren van de al genoemde gospelinvloeden uit het diepe Zuiden van de Verenigde Staten tot invloeden uit de singer-songwriter muziek uit de Canyons rond Los Angeles, West Coast pop, countryrock uit de Californische woestijn en een vleugje modernere alt-country. Ledges is uitgebracht als een soloplaat van Noah Gundersen, maar de naam van zijn zus Abby had wat mij betreft ook best op de cover mogen prijken. Haar vioolspel geeft Ledges immers een prachtige melancholische ondertoon en hiernaast tillen haar achtergrondvocalen de zang van haar broer naar grote hoogten. Ledges is een pure plaat zonder poespas. Noah Gundersen maakt Amerikaanse rootsmuziek zonder echt verrassende uitstapjes, maar compenseert het gebrek aan vernieuwing door heel veel emotie in zijn songs te leggen. Ledges doet ook mij zoals gezegd wel wat denken aan de muziek van Ryan Adams en dan met name aan de man’s briljante debuut Heartbreaker. Vergeleken met Ryan Adams moet Noah Gundersen het doen met een aanmerkelijk bescheidener budget, maar de eenvoud is misschien wel de grote kracht van Ledges. Ik heb persoonlijk een voorkeur voor de songs met flink wat dynamiek, maar ook als de songs van de Amerikaan wat rustiger voortkabbelen houdt hij de aandacht moeiteloos vast en hoor ik opeens wel wat van Damien Rice in zijn muziek. Ik heb Ledges inmiddels heel vaak beluisterd en twijfel al lang niet meer over mijn oordeel. Ledges is met name door de eenvoud en de emotie met gemak één van de beste rootsplaten van het moment. Dat hebben we in Nederland tot dusver nog niet door, maar dat is een kwestie van tijd. Let maar op. Erwin Zijleman