dinsdag 23 april 2013

cd Steve Earle & The Dukes (& Duchesses) - The Low Highway

Steve Earle & The Dukes (& Duchesses) - The Low Highway
Bron: Krenten uit de Pop Maandag 22 April 2013
Steve Earle debuteerde in 1986 met het geweldige Guitar Town en draait dus inmiddels al meer dan 25 jaar mee. Er zijn niet veel muzikanten die in een carrière van meer dan 25 jaar niet één slechte plaat afleveren, maar Steve Earle heb ik tot dusver nog niet op een slechte plaat kunnen betrappen. Kijk bij Allmusic.com naar het imposante oeuvre van de Amerikaan en je ziet vrijwel uitsluitend bovengemiddelde scores. De wat lagere score voor het in Nederland wel zeer gewaardeerde Jerusalem (met hierop het prachtige John Walker’s Blues) is waarschijnlijk vooral te verklaren door het feit dat de politieke plaat vlak na de aanslagen van 11 september niet werd begrepen in de VS. Ook The Low Highway is weer een plaat van het bijzonder hoge niveau dat we inmiddels van Steve Earle gewend zijn en dat mag zo langzamerhand best een prestatie van formaat worden genoemd. Earle liet zich in het verre verleden begeleiden door zijn band The Dukes, maar heeft er inmiddels ook nog wat gravinnen bij gevonden. Op de hoes van The Low Highway prijkt daarom naast de naam van Steve Earle zelf ook de naam van The Dukes (& Duchesses). Het is een hele gevarieerde, maar bijzonder consistente plaat geworden. Op The Low Highway maakt Steve Earle Americana in de breedste zin van het woord. Er is volop ruimte voor de lekkere stevige rootsy rocksongs waarop Steve Earle al sinds zijn debuut het patent heeft, maar The Low Highway biedt ook plaats aan een gevoelige countrysong of songs vol invloeden uit het diepe Zuiden van de Verenigde Staten. Earle draagt met zijn doorleefde strot, zijn vermogen om het leven in de VS haarscherp te portretteren en zijn prima gitaar- en mandolinespel nadrukkelijk bij aan de kwaliteit van The Low Highway, maar ook de rol van The Dukes (& Duchesses) mag niet onderschat worden. Chris Masterson voegt flink wat fantastisch gitaarspel toe en excelleert op de pedal steel, Will Rigby toont zich wederom een buitengewoon veelzijdig drummer, zeker in combinatie met bassist Kelly Looney en Eleanor Whitmore’s vioolspel snijdt zoals gewoonlijk door de ziel. Uiteraard laat ook echtgenote Allison Moorer van zich horen. Ze zorgt dit keer niet alleen voor prachtige vocalen maar speelt ook nog eens piano, orgel, harmonium en accordeon. In vocaal, muzikaal en tekstueel opzicht is het smullen geblazen, maar ook de kwaliteit van de songs zelf laat dit keer niets te wensen over. Earle maakte zoals gezegd nog nooit een slechte plaat, maar leverde nog niet vaak een plaat af met zo’n sterke selectie songs als op The Low Highway. The Low Highway is twaalf keer raak en wordt vooralsnog alleen maar beter. Ik ben inmiddels zo gewend aan de hoge kwaliteit van de platen van Steve Earle dat ik in eerste instantie nauwelijks opkeek van de plaat, maar Steve Earle verdient wat meer aandacht en respect. Platen als The Low Highway zijn binnen het oeuvre van Steve Earle misschien heel gewoon, maar in het hokje der Americana absoluut een zeldzaamheid. Erwin Zijleman


zondag 21 april 2013

Concert Mathieu Pesque en Roll Pignault Dinsdag 26 maart Live in de Brouwerij in Asten

Eigen foto impressie van het concert van het Franse duo Mathieu Pesque en Roll Pignault in de Brouwerij in Asten Dinsdag 26 Maart 2013.




























cd Bombino - Nomad

cd Bombino - Nomad


Bron: Writteninmusic.com 17 April 2013

Dat Dan Auerbach van The Black Keys het nieuwe album van Bombino zou gaan produceren kwam als een verrassing. Geen idee wat hij met de gruizige Tuareg sound van Bombino zou gaan doen. Maar het resultaat is een zeer aangenaam album dat Bombino een fijne extra power en coolness meegeeft.
Het blijft immer een tricky verhaal als Westerse producers en/of muzikanten zich gaan bemoeien met niet westerse muzikanten. Legio voorbeelden over de decennia waarbij dat niet of maar half werkte. Vaak ontstaan door onoverbrugbare taalbarrières. Beautiful Africa, het net verschenen nieuwe album van Rokia Traore, bleek in productie van John Parish (vermaard om zijn samenwerking met PJ Harvey) wel degelijk iets aan het geluid van de desbetreffende artieste(en) toe te voegen. Ook Auerbach weet met een prominente productie de songs van Omara ‘Bombino’ Mocater een rijke daadkracht mee te geven.
Auerbach haalde voor de albumsessies Bombino en zijn band naar de studio in Nashville en liet de band de songs live inspelen. Zoals hij zelf zegt gaf hij terloops ideeën aan, schreef ter plekke arrangementen en zorgde ervoor dat de instrumenten frontaal in de mix zouden zitten. Natuurlijk is het zo dat de woestijnblues van de Tuarges een enorme toegankelijkheid kent, mede door het heerlijk lome ritme en het fascinerende gitaargebruik. Auerbach voegt daar het directe, dynamische maar ook gruizige, geluid dat zijn eigen band zo kenmerkt aan toe en Nomad is daarmee de droomplaat die je van Bombino gehoopt had.
Vanaf album opener Amidinine is duidelijk wat we op Nomad kunnen verwachten. Spannende repeterende gitaarriffs, lekker pittige drums, hallucinerende chant-achtige zang en een fascinerende onnavolgbare opbouw in songs. Prachtcomposities als Azamane Tiliade, Imidiwan (niet geheel toevallig ook een song van de zeer populaire landgenoten Tinariwen), Imuhar, de samen met Auerbach en 4 gastmuzikanten ingespeelde Niamey Jam en de opvallende, met lap steel versierde, afsluittrack Tamiditine vallen gelijk op maar de andere songs vallen daar al snel prima tussen.
De, zoals zovele Tuaregs, in vluchtelingkampen opgegroeide Bombino, die zijn bijnaam dankt aan zijn gitaarleraar Haja Bebe, zal met Nomad uit gaan groeien tot een wereldster. Zijn eerste twee albums en de opvallende, aan hem gewijde documentaire uit 2011 waren de basis waarover Bombino nu met Nomad de wereldwijde en zeer verdiende doorbraak gaat betekenen.






cd Hollis Brown - Ride On The Train

Hollis Brown - Ride On The Train 


Bron: Krenten uit de Pop 11 Maart 2013

Schrijf maar alvast op als één van de grote ontdekkingen van 2013: Hollis Brown. Hollis Brown is een band uit New York, die met Ride On The Train een werkelijk fenomenaal debuut heeft afgeleverd. Bij beluistering van de openingstrack (en tevens titeltrack) van de plaat, merk je direct dat de muziek van de band maar heel lastig is te weerstaan (ik was zelf binnen een minuut compleet verkocht) en dat gevoel wordt eigenlijk alleen maar sterker. Hollis Brown citeert op haar debuut rijkelijk uit een aantal decennia popmuziek en nodigt hierbij nadrukkelijk uit tot het noemen van grote namen. Tot dusver pikt iedereen er zijn eigen namen uit, dus dat doe ik ook maar. Wat te denken van het lijstje: Lynyrd Skynyrd, Rolling Stones, Neil Young, Tom Petty, Creedence Clearwater Revival, Buffalo Springfield. Het is een vrij willekeurige selectie, maar je hoort ze allemaal terug in de muziek van de vier jonge honden uit New York. Countryrock domineert op Ride On The Train en het is vooral countryrock uit de jaren 70. Op één of andere manier slaagt Hollis Brown er echter in om een stap verder te gaan dan het reproduceren van het glorieuze geluid van weleer. Ride On The Train is absoluut niet vies van retro (kijk ook maar eens naar de hoes), maar combineert de invloeden uit het verre verleden op eigenzinnige wijze met invloeden van veel recentere datum. Het levert een serie perfecte popliedjes op, die voorlopig alleen nog maar aan kracht zullen winnen. Het zijn popliedjes die de ene keer stevig rocken, maar de andere keer net zo makkelijk verleiden met een met popinvloeden verrijkte ballad. Hollis Brown komt uit New York, maar de muzikale invloeden die de band in haar muziek verwerkt komen vooral uit het Zuiden van de Verenigde Staten, waarbij het viertal moeiteloos schakelt tussen de zonnige pop van de Westcoast en de met gospel doorspekte Southern Rock uit Mississippi en Alabama. Het klinkt allemaal fantastisch door de heerlijke gitaren, de perfect opgenomen ritmesectie en de verrassend doorleefde zang vol soul en blues (zanger Mike Montali is absoluut een groot talent), maar het zijn de geweldige songs die de muziek van Hollis Brown echt bijzonder maken. Hollis Brown betovert op haar debuut met songs waarvan je na één keer horen zielsveel houdt en het gaat hierbij zeker niet om vluchtige lentevlinders. Ride On The Train heeft alles wat nodig is om uit te groeien tot een klassieker. Of het zover komt zal de tijd moeten leren, maar een droomdebuut kan ik het nu al wel noemen. Na alle lof uit de Verenigde Staten was ik heel even sceptisch, maar inmiddels ben ook ik volledige overtuigd van de kwaliteiten van deze grootse band in de dop. Wat een plaat! Erwin Zijleman

 

 

donderdag 4 april 2013

Foto's van het Concert Birds Of Chicago Mr Frits Eindhoven 25 Maart 2013

Birds of Chicago Concert : Ad van Meurs Presenteert bij Mr Frits Op Maandag 25 maart 2013

Birds of Chicago is zo’n folkduo dat je maar zelden hoort. Natuurlijk, we kennen Allison Russel als de schitterende leadzangeres en songwriter van de Canadese supergroep ’Po’Girl en de Amerikaanse J.T. Nero (The Clouds) als een soulfull singer-songwriter. Maar samen voltrekt zich een muzikale gebeurtenis, waar de vonken van af spatten. Uit hun eigen bio: ‘Allison Russell clarion voice wraps around the broken country-soul croon of J.T. Nero, delivering their tales of hope, despair and… seahorses. Echoes of mountain gospel, doo wop, and classic soul, with back porch instrumentation. Two of the most compelling new voices in American music’.
Peter Mulvey: Dat de Amerikaanse singer-songwriter Peter Mulvey een bijzondere artiest artiest is blijkt wel uit het feit dat hij zijn laatste toer in Amerika per fiets deed. Zijn sterke bluesy songs en zijn warme, en doorleefde stem maken hem tot een welkome gast op internationale podia. Peter Mulvey bedient zich van meerdere stijlen en doet dit met opvallend groot gemak met elementen uit de Ierse folk, americana en rock; alles gemixed, zoals hij dat kan.