donderdag 29 augustus 2013

cd Iron and Wine - Ghost on Ghost

Iron and Wine - Ghost on Ghost



Bron: Kicking the Habit Zondag 28 April 2013

'If it ain't broke, don't fix it', luidt een bekend gezegde dat ook prima kan worden toegepast op muziek: als een bepaalde muzikale formule werkt, waarom hem dan aanpassen? Zeker als je, zoals in het geval van de Amerikaanse singer-songwriter Samuel Beam, de mooiste folkliedjes met minimale middelen uit je mouw kunt schudden. Dat deed Beam met zijn Iron and Wine namelijk op een paar platen heel erg goed sinds The Creek Drank the Cradle uit 2002. Maar toch: het iets gearrangeerder, vollere geluid dat op Kiss Each Other Clean (2011) werd ingezet, wordt nog eens extra uitgebouwd op dit nieuwe album Ghost On Ghost. Voor fans van het eerste uur zal dat even slikken zijn.

Maar wie zich openstelt voor Beam's zorgeloze en zonnige popliedjes met voller bandgeluid ontdekt op de plaat weer een hele hoop pracht. Met het opvallendst: Iron and Wine's invloeden uit jazz en soul, zoals overduidelijk is te horen op bijvoorbeeld The Desert Babbler, met zoete soulvolle koortjes tegen een achtergrond van licht swingende drums. Tekstueel wisselt Beam tussen romantische en absurde teksten, waarbij je zinnen opvangt als “It's New Year’s Eve/And California's gonna kill you soon” of “Back home the kitchen's warm with Christmas wine/And every girl has got an axe to grind”. De swingende ritmes keren terug op Graces For Saints And Ramblers met rustige orgelpartijtjes, vrolijke handclaps en zoete koortjes, maar het duidelijkste voorbeeld van die invloeden is nog wel de pure jazzpop van Lover’s Revolution; koeltjes uitgevoerd alsof de band in een rokerig jazzcafé staat te spelen.


 


Beam gaf toe dat hij het gevoel had dat zijn laatste twee albums een bepaalde ‘anxious tension’ bevatten die hij op Ghost On Ghost probeerde te ontlopen. En dat is te horen: op zo’n beetje elk moment klinkt de plaat vooral heel relaxt, warm en open-minded, waarbij de band zich duidelijk geen restricties oplegde. Op opener Caught in the Briars verwerkt de band bijvoorbeeld speelse, inventieve percussieritmes in de muziek, terwijl qua arrangementen blijkbaar goed is geluisterd naar Sufjan Stevens. Joy is met zijn intieme huiskamerfolk inclusief contrabas inderdaad een genot en Grass Windows begint klein, maar wordt uitbundig wanneer close harmony-koren en orgelsolo’s hun intrede doen.
Zoals gezegd: een hoop moois om te ontdekken binnen deze muzikale rijkdom, waarbij je kunt inbrengen dat Ghost On Ghost soms wat aan de zoete en gelikte kant is. Maar dat doet er eigenlijk niet zoveel toe als blijkt dat Beam’s liedjes ook op deze plaat tot op het eind stuk voor stuk even goed zijn. Luister bijvoorbeeld het indringende, akoestische Winter Prayers in mineur en de verwarmende country met slide guitars op afsluiter Baby Center Stage. Dat ene gezegde uit de inleiding hoeft dus niet altijd op te gaan. Terwijl gezegd moet worden: zó’n groot muzikaal verschil is er nu ook weer net ten opzichte van de vorige platen; meer een uitbreiding op het geluid van de band.
Als Beam op afsluiter Baby Center Stage met een prachtig zanglijntje nog eens flink de hoogte in gaat, lijkt het alsof hij wil benadrukken dat Iron and Wine hier grootser en ambitieuzer is. Daarmee is Ghost On Ghost een zeer fraai gearrangeerde en tegelijkertijd heerlijk ongedwongen plaat. En waarschijnlijk ook nog eens de meest toegankelijke in de discografie. Met als constante de prachtliedjes die Beam nog altijd produceert.


donderdag 15 augustus 2013

Angus Stone plays River Love


Mooie "kale"uitvoeing van Angus Stone River Love. 
Oorspronkelijk afkomstig van zijn album Broken Brights



cd These New Puritans - Field of Reeds

These New Puritans - Field of Reeds



Bron: Kicking The Habit 09 juni 2013
 
Wie kan het zich in deze tijden van vluchtige muziekconsumptie nog veroorloven: een plaat uitbrengen waar de luisteraar in eerste instantie waarschijnlijk geen bal van snapt, met het gevaar hem dan maar meteen weer opzij te leggen? Het is precies die gedurfde zet die de Britten van These New Puritans doen met nieuw album Field of Reeds. Zoals altijd is een plaat van de band even wennen, maar met het beluisteren van Field of Reeds vraag je je al snel af of songschrijver/multi-instrumentalist/producer/zanger Jack Barnett een slinks plannetje heeft bedacht of een spelletje met je speelt. Te horen zijn zorgvuldig opgebouwde maar net zo abstracte composities – de benaming 'liedjes' schiet hier echt tekort – die ver verwijderd zijn van het dreigende, soms ronduit agressieve geluid van voorganger Hidden uit 2010.
Muzikale aanknopingspunten; refreinen of hooks ontbreken geheel. Maar toch: Field of Reeds blijft je roepen en aan je knagen. Al snel is duidelijk: Field of Reeds is een album dat alle aandacht en concentratie opeist en je uitdaagt om de muziek proberen te vatten. Daar heb je best een paar luisterbeurten voor nodig, maar tegelijkertijd zijn dat vaak de beste platen. Field of Reeds lijkt het prototype van zo'n plaat. Hoe vaker je hem hoort, hoe dieper je wordt meegesleurd in de wonderlijke muzikale ideeën van Barnett die op Field of Reeds gedetailleerder en preciezer zijn uitgewerkt dan ooit. These New Puritans neemt uitgebreid de tijd om de muziek op te bouwen, veelal met verschillende lagen strijkers, (bewerkte) piano, blazers en de zang van Barnett naast die van Portugese fado-zangeres Elisa Rodrigues, terwijl drums en gitaren juist een heel ondersteunende rol spelen.
De manier waarop Field of Reeds werd geschreven, heeft nog wel te maken met Hidden; voor de live-uitvoering van die plaat samen met een orkest moest Barnett zichzelf notenschrift en het arrangeren voor klassieke instrumenten leren. Binnen twee jaar is Barnett alweer flink wat stappen verder, en arrangeerde hij een hele plaat op deze manier, waarbij hij elementen uit jazz, gecomponeerde muziek, avant-garde, pop en ambient verwerkt en daarmee grote namen als Scott Walker, John Cage, Björk, The Knife, Radiohead’s Jonny Greenwood en Talk Talk in herinnering oproept. 


Hoogtepunten zijn er te over, bijvoorbeeld het eerder naar buiten gebrachte Fragment Two of de opvolger The Light In Your Name, waarin onmogelijk klinkende pianoakkoorden samen prachtige melodieën vormen, strijkers en blazers met uitgemeten perfectie opbouwen, drums als paniekaanvallen roffelend komen opzetten, de zang van Rodrigues aan die van Björk doet denken en je een finale krijgt met opnames van bandleden die glasplaten kapot slaan. Of de subtiele mathrock-invloeden met sjamanistische zang van Barnett op V (Island Song) dat je in een kleine tien minuten – dat de track zo lang duurt heb je overigens helemaal niet door – opslokt als een dagdroom.
Ook niet te missen: het meer elektronische Organ Eternal, een herhalend muziekstuk waarop synths, piano en orgel samenkomen in een meditatief en ontroerend nummer dat ogenschijnlijk dodelijk eenvoudig in elkaar zit, maar waarin vele lagen geluid en details in verstopt zitten: de koortjes op de achtergrond, de pianoklanken in de brug die als regendruppels omlaag vallen, de Battles-achtige elektronica die soms de kop opsteekt. Het afsluitende titelnummer is muzikaal misschien wel het meest rijke en abstracte stuk van de plaat, met zang van 'de laagste stem in Engeland', klinkend alsof hij in zijn eentje de soundtrack kan verzorgen voor een horrorfilm. Barnett zelf doet hier denken aan Thom Yorke die de weg definitief kwijt is ("I'm in the wrong plaaaaaace...”), omhoog gepitchte zanglijntjes in Sigur Rós-stijl, het geluid van een opstijgende valk – zelf opgenomen in de studio – naast razendknap gecomponeerde xylofoonstukken.
Vanaf debuut Beat Pyramid uit 2008, met wat nog klonk als iets meer reguliere postpunk, heeft These New Puritans drie platen afgeleverd die bijna niet met elkaar te vergelijken zijn, maar allen toch nadrukkelijk het stempel van de band bevatten. Zo heeft These New Puritans in vijf jaar een weg afgelegd waar de meeste bands tientallen jaren over doen, als dat ze al lukt. De band heeft zijn eigen, eigenwijze pad uitgestippeld met als resultaat een geluid dat nergens terug te vinden is in het huidige poplandschap, maar wel met het gevaar een deel van de luisteraars te bevreemden. Pretentieus? Jazeker. Zouden meer bands moeten durven. Zoals Jack Batnett zelf zegt: "We've driven people mag with this album. I don't enjoy irritating people but it's worth it for the sake of doing something good." Alleen is 'someting good' wel een flinke understatement hierin: nog maar de derde plaat van These New Puritans, is Field of Reeds niets minder dan een grootse triomf.

cd The Civil Wars - The Civil Wars

The Civil Wars - The Civil Wars


Bron: De Morgen 02 Augustus 2013

Twee jaar nadat The Civil Wars met hun eerste cd twee Grammy Awards in de wacht sleepten, is het duo terug met een nieuwe cd. Dat is gezien de tumultueuze relatie tussen singer-songwriters Joy Williams en John Paul White opmerkelijk nieuws.
Op de hoes van 'Barton Hollow', het met superlatieven overladen debuut van The Civil Wars, staan foto's waarbij Williams en White als een innig koppel voor de lens poseren. De shots ademen een intimiteit uit die ook in de nummers vervat zit: veelal akoestisch gespeelde popsongs met wortels in folk en country, met teksten die op vaak hartverscheurende wijze de valkuilen van de liefde belichten.

De plaat raakte een gevoelige snaar bij het grote publiek, en wars van alle Beyoncés, Lady Gaga's en Rihanna's slaagden de twee er met een handvol eenvoudige, tijdloze liedjes (en enkele goedgekozen covers) in om zich van de grijze massa te onderscheiden. Het duurde evenwel niet lang voor het idyllische beeld barstjes begon te vertonen. De twee, die elkaar ontmoet hadden tijdens een songschrijverssessie in Nashville, waren helemaal geen tortelduifjes. Meer nog: de twee optredens die in België werden aangekondigd - in de AB en op Rock Werchter - werden afgelast, en geruchten over onderlinge spanningen liepen zo hoog op dat de band in november vorig jaar uit elkaar ging.

Wie schetst bijgevolg onze verbazing nu er plots een opvolger klaar ligt? Een plaat zonder titel, met - zou dat toeval zijn? - donkere wolken op de hoes, en geen vermelding voor elkaar in de individuele dankwoordjes van het cd-boekje. Alleen: als de onderlinge band tussen de twee intussen wat averij heeft opgelopen, is daar weinig van te merken.

Het merendeel van de songs is - weliswaar vaker met de input van derden - nog steeds samen geschreven, en ook de thematiek is grotendeels dezelfde. Opener 'The One That Got Away' gaat over het moment dat de droom plaats maakt voor spijt, en je je begint af te vragen hoe je leven er zou hebben uitgezien mocht je die 'significant other' nooit hebben ontmoet. 'I Had Me A Girl' is bluesy, donker en broeierig, maar geeft ook aan dat The Civil Wars intussen wat spierkracht hebben gekweekt.

'Same Old, Same Old' - over de enorme werklast die een monogame relatie met zich meebrengt - is een ingetogen hoogtepunt, met een treurende fiddle en een langzaam voortslepend ritme dat je bij elke nieuwe beluistering een beetje meer bij de keel grijpt. 'I want to leave you/I want to lose us/I wanna give up/But I won't' klinkt het, en op de voorgrond hoor je opnieuw een hart breken. De combinatie van sobere arrangementen, knappe samenzang en uitstekende songs zorgt ervoor dat er ook nu weer magie uit de noten spat.

De uitgebeende cover van 'Disarm' - de Smashing Pumpkins-classic, jawel - is heel anders dan het origineel, maar moet er geenszins voor onderdoen, maar of het zo'n goed idee was om 'Sacred Heart' in het Frans te zingen - dik Amerikaans accent inbegrepen - daar zijn we na tien luisterbeurten nog altijd niet uit. Wat wél duidelijk is: goed dat The Civil Wars de handdoek niet in de ring hebben gegooid, en de draad terug hebben opgenomen. Dat deze tweede cd ook zonder het verrassingseffect van de eerste een overtuigende indruk maakt, moet de laatste twijfelaars over de streep trekken. Prachtplaat.




cd Sam Baker - Say Grace

  Sam Baker - Say Grace


Bron: Written in music 30 juli 2013
 
Een recensie schrijven van een album van Sam Baker is moeilijk. Althans, voor mij. Er zijn namelijk maar weinig artiesten die me zo zonder woorden laten, die me zo sterk de neiging geven om slechts te schrijven: prách-tig, luister maar gewoon. Sam Baker doet dat – inclusief dit nieuwe album – nu al 4 albums op rij. Met zijn oh zo kenmerkende stem, manier van zingen en gitaarspel. En met zijn oh zo kenmerkende nummers, die méér zijn dan muziek.
Het schrijven van zo’n recensie is ook nog eens moeilijk, omdat je eigenlijk de geschiedenis van Sam Baker moet kennen om zijn muziek écht te begrijpen. Dat geldt vooral voor die eerste 3 albums (Mercy uit 2004, Pretty World uit 2007 en Cotton uit 2009) die samen de Mercy-trilogie vormden.
En dus moet je eigenlijk iedere keer weer beginnen over dat ene tragische voorval in 1986 in Peru, om het thema van die trilogie te begrijpen: “Everyone is at the mercy of another one’s dream”. Toch voelt het ook wat geforceerd om iedere keer weer die geschiedenis erbij te moeten slepen. Gelukkig hoeft dat ook niet per se, je kunt die namelijk lezen in de recensie van Cotton.
Hoewel de trilogie nu afgesloten is, gaat Baker met Say Grace wel op eenzelfde weg verder. Dat wordt meteen duidelijk als hij met de titelsong het album begint. Over de betekenis zegt de Texaan prachtig: “To say grace means to say thank you. It means to be grateful for what is before me- for what I have. It means to not be bitter about what I don’t have and really, to not be bitter about things I lost.” Het beschrijven van die waardering, van die dankbaarheid in wat er ook gebeurt of beter, in wat je ook overkomt, dat kan Sam Baker als geen ander, dat kan hij ongelooflijk goed. Belangrijkste verschil met voorgaande albums is dat hij zijn eigen ervaringen achter zich heeft gelaten, meer dan voorheen verwoordt hij zijn boodschap via andere hoofdpersonen. In beeldende teksten bezingt hij thema’s of gebeurtenissen, die hij iedere keer weer een extra (en bijzondere) symboliek weet mee te geven. Prachtig voorbeeld is Migrants, over 12 Mexicaanse migranten die in de woestijn omkomen na verdwaald te zijn:

“They got twelve lines
In a midwestern paper
On the pages with the ads for shoes
Fourteen men got lost in the desert
They were migrants
They got twelve lines of news”



 Niet alleen de titel van het album verraadt de boodschap van Baker, dat doen ook de titels van andere nummers wel: Isn’t Love Great, Feast, Sweet Hour Of Prayer en Go In Peace. Toch hoeven atheïsten zeker niet te vrezen zijn voor een evangelisatie; Baker houdt het profaan, menselijk, herkenbaar. Wel weet hij altijd weer die twist te brengen.
Muzikaal is dat anders. Op dat vlak blijft Baker sober, de begeleiding is nog altijd minimaal. En net als op de voorgaande albums geeft hij de zang af en toe uit handen (op Sweet Hour Of Prayer bijvoorbeeld aan Chris Baker-Davies, die op Pretty World zo mooi meezong op Odessa). Als de muziek al uit de soberheid stapt, dan is het om een extra dimensie aan het nummer te geven. Een dimensie die wel altijd weer past bij de essentie van het nummer, zoals bijvoorbeeld de accordeon op Migrants.
Het blijft moeilijk hoor, zo’n recensie schrijven van een album van Sam Baker. Ook van Say Grace, waarvan ik dus opnieuw het liefste alleen maar had gezegd: prách-tig, luister maar gewoon. Ach ja, mensen die zijn muziek kennen, zullen dat sowieso wel doen. Anderen hoop ik tenminste zo nieuwsgierig te hebben gemaakt, dat ze dat ook gaan doen. Geniet ervan!
Hoewel de officiële release van Say Grace voor Europa pas eind augustus is, het album vanaf 1 augustus al te koop bij Lucky Dice. En dan komt Baker in september ook nog eens voor een aantal optredens naar ons land. Over ‘say grace’ gesproken.

16-09-2013: Meneer Frits, Eindhoven
17-09-2013: Amstelkerk, Amsterdam
20-09-2013: Lantaren Venster, Rotterdam
21-09-2013: In The Woods, Lage Vuursche
22-09-2013: Cultureel Café De Amer, Amen


Tracklisting Say Grace:
  1. Say Grace
  2. The Tattooed Woman
  3. Road Crew
  4. Migrants
  5. White Heat
  6. Ditch
  7. Interlude
  8. Isn’t Love Great
  9. Introduction To Feast
  10. Feast
  11. Sweet Hour Of Prayer
  12. Panhandle Winter
  13. Button By Button
  14. Go In Peace


dinsdag 6 augustus 2013

CD Nadine Shah - Love Your Dum and Mad


CD Nadine Shah - Love Your Dum and Mad

Bron: http://www.subjectivisten.nl/caleidoscoo van 25 juli 2013
 
 Love Your Dum And Mad, het debuut van Nadine Shah, voluit Nadine Petra Katarina Shah geheten. Ze is het product van Noorse en Pakistaanse ouders, maar geboren en getogen in Engeland. Al bijzonder voordat je ook maar iets gehoord hebt. Voor haar eersteling werkt deze zangeres en toetseniste nauw samen met producer Ben Hillier (140dB producercollectief van onder meer Blur, Depeche Mode, The Horrors, Echoboy, U2). 

De cd opent op Massive Attack-achtige wijze met een mysterieuze atmosfeer en zware basklanken, maar haar stem is meteen al andere koek (en de muziek erna ook). Een krachtig, maar helde stemgeluid dat je moeiteloos weet te grijpen; ergens tussen Siouxsie, PJ Harvey, Marianne Faithfull en Thalia Zedek in, ofwel galmend maar toch rauw en emotievol. Als ze een man zou zijn, dan is Nick Cave ook zeker een associatie en muzikaal gezien heeft ze er tevens verwantschap mee. 

Ze brengt hier een mix van singer-songwritermuziek, wave, altcountry, elektronica, nachtelijke jazz en avant-garde. Er is gewoonweg niet eenvoudig een vinger op te leggen, maar haar constante sterke zang vormt een rode draad. De muziek ontvouwt zich op caleidoscopische maar altijd melancholische wijze om haar heerlijke stem. Als je eenmaal gegrepen bent, lijkt het song op song en per luisterbeurt steeds mooier te worden. De rijk gedetailleerde muziek blijft wel binnen een soort schemerig, sfeervol, sepiakleurig kader, maar voor de rest brengt ze veel per vierkante seconde zonder dat het ook maar ergens druk wordt. Op wonderschone en vooral indrukwekkende wijze nestelt ze zich naast de eerder genoemde artiesten ook ergens tussen Rykarda Parasol, Andrea Schroeder, Christine Owman, Patti Smith, 16 Horsepower, Arthur Russell, Soap&Skin en Cocteau Twins. Haar muziek is oprecht, uit het leven gegrepen en daarnaast van een bijzondere schoonheid. Het is een adembenemend droomdebuut geworden en een megabelofte voor de toekomst. Subliem!