Portishead - Third
Bron: De Morgen 23 April 2008
En plots was Portishead weg. De groep die met stadsgenoten Massive Attack als grondlegger van de triphop werd beschouwd, bracht na twee buitengewone cd's nog een overbodige liveplaat uit en verdween dan weer in de anonimiteit. Zangeres Beth Gibbons nam met Rusty Man nog een soloplaat op, maar de rest van de groep deed er - een gastoptreden met Tom Jones en een blitzbezoek aan een Gainsbourgtribute niet te na gesproken - het zwijgen toe.
Nu, elf jaar later, is er eindelijk de derde plaat die na veel wikken en wegen Third werd genoemd. Elf nieuwe nummers in elf jaar tijd. Je kunt niet zeggen dat Portishead zich uit de naad heeft gewerkt, maar het zijn wel stuk voor stuk briljante nummers. Nog beter: op het hartverscheurende 'Hunter' na (if i would fall would you hold me/or would you pass me by) rekent Third ondubbelzinnig af met het verleden. Wég zijn de referenties aan film noir. Weg zijn de krakende samples en kabbelende soundscapes.
De nieuwe Portishead klinkt robuuster, agressiever. Het verpletterende 'Machine Gun' (de titel dekt de lading volledig) klinkt als een mokerslag pal op je neus en geeft een idee van hoe een bastaardkind tussen Kraftwerk en Nine Inch Nails zou klinken. Gek hoe de frêle stem van Gibbons in deze stormachtige omgeving overeind blijft. 'We Carry on' beweegt op het ritme van een stoomtrein, speelt blieps tegen electronica uit en doet - ondanks dat surfgitaartje - zowaar aan het meest intense van dEUS denken. Elders, in 'Deep Water' en in afsluiter 'Threads' kantelt de plaat dan weer richting folk, flitsen Woody Guthrie en Patsy Cline je even voor de geest. Er tokkelt zowaar een ukelele langs.
Elf jaar heeft het geduurd, een eeuwigheid in de popmuziek. Maar hoe onwaarschijnlijk dat ook klinkt: het was het wachten waard. (Universal) (Bart Steenhaut) (****)
Nu, elf jaar later, is er eindelijk de derde plaat die na veel wikken en wegen Third werd genoemd. Elf nieuwe nummers in elf jaar tijd. Je kunt niet zeggen dat Portishead zich uit de naad heeft gewerkt, maar het zijn wel stuk voor stuk briljante nummers. Nog beter: op het hartverscheurende 'Hunter' na (if i would fall would you hold me/or would you pass me by) rekent Third ondubbelzinnig af met het verleden. Wég zijn de referenties aan film noir. Weg zijn de krakende samples en kabbelende soundscapes.
De nieuwe Portishead klinkt robuuster, agressiever. Het verpletterende 'Machine Gun' (de titel dekt de lading volledig) klinkt als een mokerslag pal op je neus en geeft een idee van hoe een bastaardkind tussen Kraftwerk en Nine Inch Nails zou klinken. Gek hoe de frêle stem van Gibbons in deze stormachtige omgeving overeind blijft. 'We Carry on' beweegt op het ritme van een stoomtrein, speelt blieps tegen electronica uit en doet - ondanks dat surfgitaartje - zowaar aan het meest intense van dEUS denken. Elders, in 'Deep Water' en in afsluiter 'Threads' kantelt de plaat dan weer richting folk, flitsen Woody Guthrie en Patsy Cline je even voor de geest. Er tokkelt zowaar een ukelele langs.
Elf jaar heeft het geduurd, een eeuwigheid in de popmuziek. Maar hoe onwaarschijnlijk dat ook klinkt: het was het wachten waard. (Universal) (Bart Steenhaut) (****)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten