Adele - 21
Bron: Krenten uit de Pop 20 januari 2011
De
Britse Adele Atkins debuteerde drie jaar geleden vrijwel op hetzelfde
moment als haar uit Wales afkomstige soortgenoot Duffy. Beiden leverden
een prima debuut af, waartussen ik maar lastig kon en kan kiezen. Duffy
dook een maand of twee geleden al op met haar tweede plaat en nu is het
de beurt aan Adele. Kiezen tussen de twee is dit keer een stuk
makkelijker. Waar Duffy op Endlessly helaas een flinke stap terug heeft
gedaan en maar zeer ten dele weet te overtuigen, laat Adele op 21 zelfs
de nodige groei horen. Adele was 19 toen ze haar debuut 19 maakte en was
twee jaar ouder toen 21 werd opgenomen. De Britse is flink wat
levenslessen wijzer, maar nog altijd even ongelukkig in de liefde, wat
ook op 21 flink wat effect heeft op haar gemoedstoestand. Op het
emotionele vlak zijn beide platen daarom redelijk vergelijkbaar en ook
in vocaal opzicht is er gelukkig niet al teveel veranderd. Terwijl Duffy
op haar laatste plaat in een aantal tracks klinkt als een verkouden
Lady Gaga, zingt Adele gelukkig nog altijd de sterren van de hemel en is
ze eigenlijk alleen maar warmer en doorleefder gaan klinken. Ondanks de
duidelijke overeenkomsten is 21 een andere plaat dan zijn voorganger.
Dit heeft vooral te maken met de invloeden die Adele dit keer in haar
muziek heeft verwerkt. Waar op 19 invloeden uit de blue-eyed soul en pop
domineerden, citeert Adele op 21 nadrukkelijker uit de archieven van de
70s singer-songwriter muziek en spelen invloeden uit de Amerikaanse
rootsmuziek (blues, gospel en country) een belangrijkere rol. In de
single die aan het album vooraf ging, het donkere en dreigende Rolling
In The Deep, hoorden wel al een White Stripes achtige beat en zo weet 21
wel vaker te verassen. In een aantal tracks zijn countryinvloeden
hoorbaar, maar Adele gaat net zo makkelijk aan de haal met Southern
soul, rock of zelfs een vleugje bossanova (in haar cover van The Cure’s
Lovesong). Adele verdient uiteraard de meeste credits voor deze fraaie
nieuwe plaat, maar ook de producers mogen niet onvermeld blijven. Op 21
werkt Adele zowel samen met één van de hotste Britse producers van het
moment (Paul Epworth) als met levende legende Rick Rubin. Met name Rubin
weet het beste uit Adele naar boven te halen en lijkt een heel wat
verstandigere keuze dan 70s icoon Albert Hammond, die door Duffy werd
gestrikt voor haar tweede plaat. Op 19 manifesteerde Adele zich
nadrukkelijk als een van de betere Britse (nu-)soul zangeressen van de
afgelopen jaren, maar op 21 gaat ze nog een flinke stap verder en
schaart ze zich wat mij betreft onder de grote Britse
singer-songwriters. Dit doet ze via een flink aantal tracks die
verrassende invloeden laten horen, maar het meest overtuigend vind ik
Adele toch wanneer ze plaats neemt achter de piano en haar persoonlijke
leed op imponerende wijze over je uit stort. In deze tracks klinkt Adele
puur en oorspronkelijk, maar heeft ze ook absoluut een eigen geluid.
Kippenvel is niet te voorkomen. Duffy mag over de looks en een gelukkig
liefdesleven beschikken, maar het is Adele die een plaat heeft gemaakt
die zo de boeken in kan als een ware klassieker. 21 is een
onwaarschijnlijk goede plaat van een zangeres die zichzelf op alle
fronten weet te overtreffen. Gezien het al niet misselijke niveau van 19
mag dit best een onwaarschijnlijke prestatie worden genoemd.
Prachtplaat! Erwin Zijleman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten